Hier zullen we eens bekijken wat er met het signaal gebeurt dat uit de fotodetector komt. Dit is het hoogfrequent somsignaal. Eerder hebben we gezien dat dit een optelling is van de afzonderlijke fotodetector-diodestroompjes(= putjes en dammetjes op de CD-plaat ). Dit signaal wordt aan een hoogfrequent versterker aangeboden. Deze versterkt de som van de diodestroompjes en maakt hier een spanning van. Dit is echter niet de enige taak van deze versterker. De hogere frequenties van het hoogfrequent somsignaal zijn namelijk van een minder nivo als de lagere frequenties van dit signaal. Deze versterker moet dus een frequentiekarakteristiek hebben die deze afwijking compenseert. Dit alles ook nog eens zonder fase afwijkingen. In deze versterker worden de frequenties tot ongeveer 700kHz versterkt. De versterkingsfactor neemt dus toe naarmate de frequentie van het somsignaal hoger wordt.
Het hoogfrequent versterkte signaal wordt zowel aan een hoogfrequent detector als aan een demodulator aangeboden. De hoogfrequent detector houdt het niveau van het hoogfrequent signaal in de gaten. Daalt dit niveau tot ongeveer 65% van zijn gemiddelde waarde, dan geeft de detector een waarschuwingssignaal af. Het hoogfrequent signaal neemt af als de laserspot iets van het spoor afwijkt door b.v. trillingen. Nu wordt de microprocessor ingeschakeld die vervolgens met zijn speciale stuursignalen de radiaalregeling bijstuurt. Vervolgens neemt de servoregeling het weer over. Als het hoogfrequentsignaal tot ongeveer 10% van zijn gemiddelde waarde daalt, genereert de hoogfrequentdetector een tweede signaal ( Drop Out Signaal ). Hiermee wordt een totaal verlies van het spoor aangegeven b.v. als gevolg van een krasje op de CD-plaat. De microprocessor neemt nu alle servoregelingen over en houdt deze op hun momentele waarden tot dat het spoor weer gevolgd kan worden.
Deze twee signalen worden ook gebruikt tijdens de speciale functies van de speler zoals snel vooruit/achteruit zoeken en het begin van een volgend nummer (spoorovergangen worden geteld). De demodulator, waar het hoogfrequentsignaal ook aankomt, zorgt ervoor dat hier weer digitale 8-bits symbolen ontstaan. Uit dit signaal wordt ook de bitklok gehaald. Dit gebeurt m.b.v. een zogenaamde Adaptive Data Slicer. Met diverse tellers en andere digitale elementen kan de enorme datastroom weer gesplitst worden in digitale muziek-, subcode- en correctie informatie.
Deze pagina is met toestemming overgenomen van de website van P. Quené
.