Actieve
filters <
in bewerking >
<laatst
bijgewerkt: 2020-12-02>
In het kort:
Aktieve filters worden toegepast in het geval van multi-amping,
dus waarbij iedere luidspreker (bas, midden, tweeter) z'n eigen
eindversterker heeft. De filter-circuits zitten dan vóór die
eindversterkers. Zulke filters kunnen passief zijn (alleen
weerstanden
en condensatoren) of actief, in dat geval maken versterkende
elementen
(bijv. OpAmps) deel uit van het filter. Met actieve filters heb je
in
het algemeen de filter-eigenschappen wat beter in de hand.
Ook het bekende Baxandall klankregelcircuit is een actief filter.
In equalizers (die kastjes met zoveel schuifpotmeters) worden
meestal gyrators gebruikt.
Verwante onderwerpen:
Mult-Amping Luidspreker wisselfilters
De meest gebruikte filter
circuits zijn de Sallen-Key en de Multiple Feedback schakelingen.
[schema's volgen]
Je kunt hier
een programma downloaden waarmee je deze filters kunt
berekenen. (FilterPro, van Texas Instruments, zip-file, 5Meg vzv.
ik weet alleen M$Windows)
Met beide topologieën kun je exact dezelfde filterkarakteristieken
maken. Voor audio is er echter een subtiel verschil, vooral als je
OpAmps wilt gebruiken als actieve elementen.
Bij de Sallen-Key topologie wordt de OpAmp in de niet inverterende modus
gebruikt (non-inverting) en dan zijn zowel de plus- als de min-
ingang
van de OpAmp signaalvoerend. Helaas hebben OpAmps, ook die
prachtige
OPA134 met z'n extreem lage vervorming, een ingangscapaciteit die
spanningsafhankelijk is. Het gaat maar om heel weinig, maar in een
wat
hoog-Ohmig circuit kan het de vervorming doen toenemen. Bij de MFB
topologie wordt de OpAmp in de inverterende
modus gebruikt en ligt de plus- ingang aan GND. Derhalve zal ook
de
minus- ingang zeer weinig signaalspanning voeren (alleen het
fout-signaal) en is deze bron van vervorming afwezig.
Bij het High-pass filter in de MFB topologie ontstaat er voor zeer
hoge
(MHz) frequenties een kortsluiting tussen de uitgangen van de twee
OpAmps. (zie de default 3e orde MFB schakeling in FilterPro.) Dat
is
ongewenst, kan tot HF oscillaties leiden, dus zet een weerstandje
van
een paar honderd Ohm in serie met de tweede C1.
De
Gyrator is een element dat een beetje op de transformator lijkt,
maar
er is een belangrijk verschil: Bij de transformator zijn de
ingangs- en
uitgangsspanningen evenredig aan de wikkelverhouding, en de
ingangs- en
uitgangs stromen omgekeerd
evenredig aan de wikkelverhouding.
Bij de gyrator is de ingangsstroom evenredig met de uitgangsspanning, en de
ingangsspanning
evenredig met de uitgangsstroom.
Oftewel, de gyrator verwisselt stroom en spanning. De grootste
leut
ervan is dat als je aan de uitgang een condensator aansluit, dan
"zie"
je aan de ingang een zelfinductie.
In de audiotechniek gebruiken we niet graag (grote) zelfinducties,
omdat ze groot van afmetingen zijn, zwaar, -met ijzerkernen, gaat
vervormen, ze kunnen brom oppikken, etc. Met een gyrator kun je
een
-zelfs grote- zelfinductie realiseren met een slechts een paar
componentjes die hooguit kwartjes kosten.
Deze schakeling gedraagt zich als een serieschakeling van een
zelfinductie met L = R1 * R2 * C1 en een serieweerstand Rs = R1.
Als je nog een C parallel schakelt ontstaat er een parallel
resonantie
kring, dus met een hoge impedantie bij resonantie. Met de C in
serie
krijg je een serieresonator met de kleinste impedantie bij
resonantie.
Je ziet deze schakeling vaak in Graphic Equalizers, maar dan is de
opamp vaak vervangen door een emittervolger.
.