In het kort:
De platenspeler, ook pick-up of grammofoon genoemd, staat weer in flinke belangstelling. Niet in het minst omdat veel mensen nog een vinyl collectie uit de oudheid (pakweg van vóór 1980) hebben, maar ook omdat er weer nieuwe opnamen op vinyl uitgebracht worden.
Dit hoofdstuk behandelt het wel-en wee van de vinylplaat en de speler.
Verwante onderwerpen:
vinyl versus CD, Vinyl platen overzetten naar CD
geschiedenis
naalddruk
anti-skating of dwarsdrukcompensatie,
houthoek
wow
rumble
RIAA
compensated RIAA
halfspeedMaster
nat afspelen
platen schoonmaken,
De Platenspeler (Vinyl-platen)
Bij het afspelen van vinylplaten (ik laat oudere systemen buiten beschouwing) zijn er een aantal zaken waarop gelet moet worden als het om HiFi gaat.
In het hoofdstuk "Analoog en digitaal" staat een vergelijking van de eigenschappen van het vinyl-platen systeem en het CD systeem.
Het principe van de registratie op vinyl-platen
De draaitafel, en z’n aandrijving en ophanging
Het opneem element en de naald
Enkele artikelen over naald resonanties en (RIAA) voorversterkers
Vinylplaten en frequenties boven 20 kHz
Vraag en Antwoord over vinyl en zo
Tikken verwijderen tijdens het digitaliseren van vinyl opnames.
Combinaties van armen en elementen
Stappenplan in COMPUTER ! TOTAAL
Het principe van de registratie op vinyl-platen
De
geluids-informatie is aangebracht als golvingen in een spiraal-vormige groef in
het plaat oppervlak. De groef wordt afgetast met een naald die de groefwand moet
volgen. De bewegingen van de naald worden omgezet in elektrische signalen die
aan de versterker toegevoerd worden.
Het stereo-effect wordt bereikt doordat elke groefwand het signaal van 1 kant
bevat. De bewegingen die de naald maakt voor het linker kanaal staan loodrecht
op de bewegingen voor het rechter kanaal. Er treedt zodoende betrekkelijk weinig
overspraak op, maar die kan wel enigermate vervormd zijn.
De draaitafel, en z’n aandrijving en ophanging
Bij
de constructie van de draaitafel gaat het erom dat de draaisnelheid zo constant
mogelijk is, en dat er zo weinig mogelijk last ondervonden wordt van trillingen
uit de omgeving, of veroorzaakt door de aandrijvende motor. In het algemeen moet
de draaitafel een flink gewicht hebben (een paar kilo) en goed geveerd
opgehangen zijn.
De geschiedenis van de platenspeler heeft een reeks van aandrijfmechanismes
laten zien. Vooralsnog wil ik daar niet verder op ingaan.
Het opneem element en de naald
Hoewel
vinyl een tamelijk zacht materiaal is blijkt dat de aftastnaald gemaakt moet
worden van het hardste materiaal dat we kennen: diamant. En dan nog zal ‘ie
slijten. Aanvankelijk werden naalden gebruikt met een bol-vormige punt, later
kwamen elliptisch gevormde naalden in zwang, omdat die de kleinste bochten in de
groef beter kunnen volgen.
Er bestaan verschillende soorten opneem elementen:
Het kristal-element
Het keramische element
Het magneto-dynamische element
Het elektro-dynamische of moving coil element
De Kristal- en keramische elementen geven een zodanig matige geluidskwaliteit
dat ze niet in aanmerking komen voor de term HiFi
Magneto-dynamisch is het meest gebruikte element in de Vinyl - HiFi wereld.
Goede tot zeer goede elementen zijn nog steeds verkrijgbaar, al wordt het
minder.
Het Moving Coil bestond al geruime tijd maar heeft pas algemene bekendheid
gekregen in de nadagen van de vinyl-plaat. De weergave-kwaliteit zou iets beter
zijn dan die van de MD-elementen. Er is echter een speciale (tussen) versterker
en / of aanpastransformator nodig. Deze techniek heeft nooit grote ingang
gevonden, want is ingehaald door de komst van de CD.
Zie
ook de artikelen
over naald-resonantie
De arm waaraan het opneem element gemonteerd is moet licht en stijf zijn, zonder resonanties op hoorbare frequenties. De lagering moet uiterst soepel zijn maar mag absoluut niet rammelen en de elektrische draden die vanuit de arm gaan mogen geen koppel op de arm uitoefenen. Het lagerpunt van de arm moet vast verbonden zijn met het lagerpunt van de draaitafel.
De
effectieve massa van de arm (eigenlijk het massa-traagheids moment) moet zo
gering zijn dat de naald de groef goed kan volgen, ook als de plaat wat hobbels
vertoont, maar ook weer niet te weinig, want dan raakt de arm in trilling bij de
lagere muziek frequenties. (zie ook hier)
Er moet een voorziening (armlift) zijn om de arm voorzichtig op de plaat te
laten zakken, en 'm even voorzichtig ook weer omhoog te halen, zonder de arm te
hoeven aanraken.
Om
te zorgen dat de naald de snelste golvingen in de groef kan volgen moet ‘ie
met tenminste een bepaalde kracht in de groef gedrukt worden. Bij een te geringe
naalddruk verliest de naald het contact met de groefwand, waardoor ernstige
vervorming optreedt bij hoge tonen in harde passages.
Een te hoge naalddruk geeft echter extra slijtage aan de naald, en ook aan de
plaat. Hoe kleiner de bewegende massa van de naald is hoe kleiner de naalddruk
kan zijn.
De betere elementen werken met een naalddruk van 2 gram tot wel 0.5 gram.
Ook
wel dwarsdruk- of dwarskracht compensatie genoemd.
De hoek tussen naald, armlager en centrum van de plaat varieert tijdens het
afspelen. Om te zorgen dat de as van het element steeds zo goed mogelijk gelijk
staat met de raaklijn aan de plaat op het punt van afspelen is het element onder
een hoek met de arm geplaatst. Daardoor kan de fouthoek
(de fout tussen de ideale raaklijn aan de plaat en de feitelijke hoek van het
element) beperkt worden. E.e.a. resulteert er helaas in dat de arm een naar
binnen gerichte kracht ondervindt, waardoor de naalddruk op de binnenste
groefwand groter is dan die op de buitenste. De betere armen hebben een
voorziening om deze dwarskracht te compenseren, vaak een gewichtje dat de arm
naar buiten trekt. Deze voorziening moet instelbaar zijn.
Het instellen doe je als volgt: Laat de arm voorzichtig zakken op de draaiende plaat, daar waar er geen groeven zijn (bijv. het uitloop gebied) Als de arm onmiddelijk naar binnen of naar buiten schiet moet je de dwarscompensatie wijzigen.
De dwarscompensatie moet je instellen nadat de juiste naalddruk ingesteld is.
Het is goed mogelijk dat als je de dwarscompensatie goed ingesteld hebt je de naalddruk iets kunt verminderen. Controleer daarna de dwarscompensatie wederom.
Bij zo goed als alle platenspeler zie je een "knik" in de arm zitten. De as van het element wijst nooit naar het draaipunt van de arm. Waarom?
In het ideale geval staat het element steeds "evenwijdig aan de groef", of exacter gezegd: de hartlijn van het element vormt een raaklijn aan de plaatgroef op de punt van de naald.
In
de praktijk lukt dat nooit helemaal precies. Tijdens het afspelen van de plaat
verandert de diameter van de groef nu eenmaal en er blijft een
"fouthoek" over.
Een te grote fouthoek kan leiden tot overmatige vervorming en te veel
overspraak.
Het blijkt echter mogelijk om die fouthoek over het afspeelbereik van een LP te minimaliseren.
Daarvoor is een optimale combinatie nodig van: Afstand draaipunt plateau - draaipunt arm, lengte arm vanaf draaipunt tot naaldpunt, en de "knik" van het element t.o.v. de arm.
Naarmate
de arm langer is lukt het beter om de fouthoek te minimaliseren.
Een gevolg van de "knik" is dat er een dwarskracht ontstaat. De
krachten op de naaldpunt zorgen er voor dat de arm graag naar het centrum van de
plaat wil bewegen, en dientengevolge dat de naalddruk op de binnenste groefwand
groter is dan die op de buitenste.
De betere armen hebben dan ook een dwarsdrukcompensatie
Er zijn in de loop der tijd diverse fouthoekloze systemen ontwikkeld, en nog steeds op de markt. Bij deze systemen wordt het armlager tijdens het afspelen verplaatst, evenwijdig aan de lijn naaldpunt - centrum plaat. De arm heeft geen knik en de as van het element staat steeds evenwijdig aan de raaklijn door de naaldpunt.
Het mechanisme voor de verplaatsing van het armlager moet uitermate trillingvrij werken, en dat vereist nogal fijnzinnige en tamelijk dure constructies.
Omdat de speelduur van vinylplaten niet bijster lang was zijn er systemen ontwikkeld waarbij een stapeltje platen op de speler gelegd kon worden, die ze vervolgens automatisch na elkaar afgespeelde. Er zijn weinig spelers met deze mogelijkheid in de handel geweest voor het HiFi segment.
Een
vinyl platenspeler moet altijd zeer stabiel opgesteld worden. Kijk uit bij
vloeren met een houten draagconstructie. Lopen door de kamer of soms zelfs het
geluid uit de luidsprekers kan inwerken op de platenspeler en onaangename
bijgeluiden veroorzaken, of de naald doen "overslaan". Bij twijfel
liever opstellen op een aan een stenen muur bevestigde plank.
Ook mag een platenspeler niet te dicht bij andere elektrische apparatuur staan,
omdat het magnetish werkende element magneetvelden van zo'n apparaat kan
opvangen. Dit uit zich in een bromgeluid, vaak afhankelijk van de stand van de
arm. Beweeg de arm maar eens over de plaat terwijl de armlift nog omhoog staat,
met de volume regelaar flink open.
Houd ook netsnoeren uit de buurt van de signaalkabel van de platenspeler.
Versterkers
Platenspelers
met een kristal- of een keramisch element kunnen zonder problemen aangesloten
worden op een lijn- ingang (aux) van een versterker. De ingangsweerstand moet
ca. 50 KOhm zijn, maar een afwijking is niet dramatisch, het geluid is toch niet
echt goed te krijgen.
Voor een magneto dynamisch element is een speciale versterker ingang ingang
nodig die de z.g. RIAA correctie aanbrengt. Voor een moving coil element is een
nog andere voorversterker nodig, of een aanpastrafo. Kijk in de documentatie van
het element.
De meeste hedendaagse eenvoudige "complete" stereo installaties (Stereo-torentjes of micro/midi-sets ) bieden geen mogelijkheid om een vinyl platenspeler aan te sluiten. Er zijn tussen-versterkers te koop maar die zijn nog wel eens buitensporig duur. Let bij de aanschaf van een (nieuwe) versterker op de mogelijkheid om een platenspeler aan te sluiten.
Vaak voldoet ook een oudere versterker die in andere opzichten "aan de kant gezet" zou worden. Gebruik de "Line-Out" of de "Rec-Out" uitgang van zo'n versterker om het signaal naar je perfecte installatie te leiden.
Als
je de puntjes op de i wilt zetten is het nuttig om deze
materie te bestuderen
Meestal is het nodig om het chassis van de platenspeler apart met het chassis
van de (voor) versterker te verbinden. (het hoeft niet noodzakelijkerwijs ook
geaard te zijn). Je moet dit doen als de platenspeler zo'n draadje heeft, of als
je bij het aanraken van de arm of het chassis een brom- of zoemtoon hoort. Kijk
ook in het hoofdstuk over storing.
Mede gezien de populariteit van het overspelen van vinyl platen naar CD, DVD of MP3 zijn er vanaf 2002 flink wat losse RIAA voorversterkers op de markt gekomen, soms wel erg duur. Mij dunkt dat zo'n ding niet meer dan tussen de € 30 en 100 mag kosten. Bij mijn weten houdt geen van deze eenheden rekening met de omstandigheden die in deze artikelen genoemd worden.
Voor de signaalkabel tussen de platenspeler en de (voor) versterker moet er op twee dingen gelet worden;
-
Bij Magneto-dynamische elementen (MD, of MM) vormt de elektrische zelfinductie van het element en de kabelcapaciteit een 2e orde laagdoorlaat filter dat niet zelden al bij 10 kHz begint af te vallen. Dat deze elementen toch tot 20 kHz gespecifieerd worden komt omdat de mechanische resonatie van het naald-armpje hier enigszins compenserend werkt. Het moge duidelijk zijn dat de goede werking van een aantal toevalligheden afhangt: Het element (de zelfinducties van de gebruikelijke elementen lopen nogal uiteen), de kabel (capaciteit per meter, en de kabellengte) en de gebruikte voorversterker (niet zelden zit daar ook aan de ingang een capaciteit met ongeveer hetzelfde doel).
Mogelijk ligt hier 1 van de redenen dat er zulke uiteenlopende meningen en claims zijn over de kwaliteiten van vinyl t.o.v. digitaal. Zie hier voor meer informatie
-
Bij Electro-dynamische, of Moving Coil elementen (MC) moet er gelet worden op de mantel- en ader- weerstand, en het ontbreken van een dubbele koppeling van de mantel.
MC elementen en de bijbehorende speciale voorversterker hebben meestal een zeer lage uit-/ingangs impedantie. (enkele Ohms)
Als de mantels (links/rechts) van zo'n kabel zowel in de platenspeler als in de versterker met elkaar verbonden zijn kan er een aanzienlijke reductie van de kanaalscheiding optreden. Zie het hoofdstuk over storing en het hoofdstuk over kabels voor vinyl platenspelers.
Enkele artikelen over naalddrager resonanties en (RIAA) voorversterkers
Ik heb toestemming gekregen van Hans van Maanen om enkele artikelen van zijn hand in Radio Elektronica te her-publiceren.
Je
vindt ze op de artikelen
pagina.
Ik heb op 17 april 2005 een lezing over deze materie gehouden op de Do It Yourself Audio Dag in Zutphen.
Ik heb de "Vinyl Platenspeler" aangegrepen om een aantal EMC gerelateerde zaken in detail te bespreken. Waarom? In een hedendaagse muziek installatie is de vinyl platenspeler de component waarbij de kleinste signaal nivo's voorkomen, en daarmee ook het gemakkelijkst stoorproblemen optreden, met name lichtnet (50 Hz) brom.
Tweedens, de vinyl platenspeler is lange tijd bijna afwezig geweest en komt weer in de belangstelling, o.m. om de oude vinyl collectie op CD of DVD te zetten. Veel mensen zijn onbekend met een aantal aspecten van de vinyl-speler.
Je vindt die uiteenzetting in het hoofdstuk over storing.
De omgang met vinyl platen vereist beduidend meer zorg dan die met CD’s. Vermijd iedere aanraking van de groeven. Alleen met twee handen aan de uiterste rand aanpakken, of met de duim aan de rand en twee vingers op het etiket. Altijd opbergen in de dubbele hoes die met vinyl platen meegeleverd wordt, en de hoezen zodanig in elkaar steken dat buitenhoes de opening van de binnenhoes afsluit. Bewaar de platen zuiver vertikaal. Of plat liggend, maar dan mogen de stapeltjes niet hoger dan zo'n 10 cm zijn.
Een
van de beste manieren om een vinylplaat af te spelen is met een speciale borstel
die de plaat nat maakt op de plek waar ‘ie afgepeeld wordt. Er zijn hiervoor
merk-vloestoffen te koop, maar een mengsel van pakweg 30% alcohol (kan ook
schoonmaak alcohol, zoals IPA zijn) gedestilleerd water en een paar druppeltjes
afwasmiddel (zonder nagelversterkers en geurstofjes) voldoet evengoed (maak een
liter).
Na het spelen de plaat wel goed afdeppen met een (niet geurend !) keukendoekje
of tissue zonder opdruk. Laten drogen voor je ‘m terug in de hoes steekt.
Nat afspelen elimineert ruis en tikken door elektrostatische ladingen volledig.
Stofdeeltjes komen voor een deel in oplossing en spoelen om de naald heen
inplaats van ruis en tikken te veroorzaken. Verder geeft de vloeistof smering en
koeling van de naald, waardoor zowel de plaat als de naald minder slijt.
Realiseer je dat de vlaktedruk van de naald op de groefwand gemakkelijk
tientallen kg/cm2 kan bedragen.
Er is 1 nadeel: Een plaat die eenmaal nat afgespeeld is moet daarna
altijd nat, want anders is het 1 partij ruis en gespetter.
Bij nat afspelen komt het vuil wel los van de plaat en heeft het geen effect op het geluid, maar daarna verdampt het vocht en blijft het vuil achter. Bij het schoonmaken zoals hieronder wordt het vuil verdeeld over een veel grotere hoeveelheid vocht, waarvan het meeste met het vuil van de plaat lekt.
Nog een stukje diskussie hier.
Er bestaat een uitstekend schoonmaak systeem voor vinyl-platen. Het bestaat uit een halfronde bak met borstels, (links op de foto) waarin de plaat vertikaal staand rondgedraaid kan worden in een schoonmaak-vloeistof (zelfde recept als voor nat afspelen) De plaat wordt ingeklemd tussen twee schoteltjes die het etiket bedekken en in de bak gelagerd zijn. De plaat moet een paar minuten heen-en-weer rondgedraaid worden in de vloeistof en tussen de borstels. Daarna laten uitlekken, goed laten drogen en opbergen. Uitdruip rek voor 20 platen wordt meegeleverd.
Disco-Antistat van Kunststoffverarbeitung Winter Gmbh. Hetzelfde of een soortgelijk ding is verkrijgbaar bij diverse (web) winkels
Je
kunt vervuilde vloeistof nog een paar keer hergebruiken -zeker voor de voorwas-
als je het filtert via een gewoon koffie-filter. Veel vuil blijft in het filter
hangen.
Het beste resultaat krijg je als je sterk vervuilde platen eerst schoonmaakt met
eerder gebruikte en evt. wat vervuilde vloeistof, en ze daarna een tweede keer
behandelt met een vers sapje.
Er bestaat een spuitbus-stofje met de naam Permastat (zoek met Google op die
naam) waarmee je vinylpaten permanent ongevoelig kunt maken voor statische
ladingen en het aantrekken van stof. Ik heb er geen ervaring mee. Ene H.D.
heeft me er op gewezen, en hij was er erg enthousiast over. Het schijnt
10-tallen jaren te werken.
Vinylplaten en frequenties boven 20 kHz
Kijk eerst in het hoofdstuk over frequenties boven 20 kHz.
Heel wat vinyl platen bevatten signalen in het frequentiegebied ruim boven 20 kHz. Afhankelijk van de afpeelapparatuur, versterkers en luidsprekers worden deze al of niet of een beetje weergegeven. Omdat de audio normen tot nog toe nooit specifcaties gaven voor frequenties boven 20 kHz berust het gedrag van de audio keten hier op toevalligheden.
Mogelijk ligt hier een oorzaaak voor de verdeeldheid waarmee de kwaliteit van vinyl in het digitale tijdperk gewaardeerd wordt.
Bij de "gewone" CD worden frequenties boven 20 kHz rigoreus weggefilterd, om geen "alias" problemen te krijgen (zie A/D en D/A conversie) Het vermoeden bestaat nu dat deze steile filtering -ondanks dat die zich in een onhoorbaar frequentie gebied afspeelt- toch een geringe gehoormatige invloed heeft.
DVD-audio (?) en SACD zijn niet behept met filters die direct boven de gehoorgrens zeer steil afsnijden.
Kijk ook in de artikelen over naald-resonanties.
In deze paragraaf neem ik beknopt vragen op die mij over vinyl en zo gesteld werden, en de antwoorden zoals ik die gegeven heb.
Niet echt een
vraag; Tikken verwijderen
tijdens het digitaliseren van vinyl opnames.
Piet S. berichtte me in maart 2005 dat "ie uitstekende resultaten heeft
behaald met de eax-console van de SoundBlaster Audigy. (Dat is een
"externe" geluidskaart)
Antwoord:
Ik dacht niet dat het mogelijk is om een eenmaal gemaakte opname met dit gereedschap te behandelen. Het wordt dan lastig om het eventuele kwaliteitsverlies te beoordelen.
Hebt U ook ideëen over de beste manier van combineren van arm en element? Wat denkt U over al dat gezwets over de resonantie- frequentie? Je kunt toch best elke arm met elk element combineren? Die fabrikanten van tegenwoordig zijn toch zeker niet dom?
Antwoord:
Het is een kwestie van compromissen, maar vooral voor puristen. Ik zal proberen in het kort het probleem te schetsen:
Als de naald op de plaat staat vormt de veerkracht van de naald met de massa van de arm een resonantie systeem, als het goed is bij een zeer lage frequentie. Als die resonantie frequentie binnen het hoorbare gebied ligt en er staan ook zulke frequenties op de plaat dan leidt dat tot een niet correcte bas weergave.
Je zou kunnen zeggen: maak dan de massa van de arm flink groter, dan is die resonantie frequentie in ieder geval laag genoeg. Helaas komt er dan een ander probleem om de hoek kijken: Bij een grote massa van de arm kan die de hobbels in de plaat niet goed meer volgen en wordt de naald soms te ver naar binnen gedrukt of hij raakt het contact met de plaat kwijt. Dat kan leiden tot finke vervorming bij niet perfect vlakke platen.
De resonantie van het naald-arm systeem moet dus tussen pakweg 5 en 15 Hertz liggen. Veel lager geeft probelemen met het spoorvolgen en veel hoger met de basweergave.
Nou, dit was de horror story, in de praktijk valt het allemaal erg mee en zul je niet gauw met dramatische problemen te maken krijgen. Bijna alle courante elementen en armen passen redelijk bij elkaar. Voor puristen met een groot budget valt er misschien wel iets te optimaliseren.
Een ander punt is dat er in armen van diverse constructie/makelij ook resonanties bij veel hogere, hoorbare frequenties kunnen optreden. Hier scoort de ene arm mogelijk wat beter dan de andere.
Ik beschik niet over concrete gegevens van allerlei armen en elementen. Je zult dat zelf moeten uitzoeken.
Wat zijn jouw ervaringen met het nat schoonmaken van LP's? Klopt het dat je ze nat kunt afspelen maar daarna nooit meer? Of is dat (ook) een fabel?
Antwoord:
Mijn ervaringen hiermee zijn zonder meer uitstekend, veel ruis en tikken verdwijnen erdoor en er komt weinig stof aan de naald dat anders vervorming produceert.
Ook met de originele Lenco-Clean vloeistof moet je een plaat die nat afgespeeld is daarna altijd nat afspelen, want anders is het niet om aan te horen. Dat komt omdat de resterende vloeistof verdampt en er een residu met het vuil achterblijft.
Bij de schoonmaak operatie verdeelt het vuil zich over veel meer vloeistof, en de meeste vloeistof blijft in de bak en/of druipt van de plaat in het afdruiprekje dat bij de schoonmaak set hoort.
De schoongemaakte platen zijn meestal wel weer droog af te spelen, maar voor de zekerheid speel ik altijd nat.
Vraag: Frequentie bereik vinyl
Op jouw website onder het hoofdstuk "analoog en digitaal" staat ergens in een schemaatje dat de LP (vinyl) een frequentie- bereik heeft van 20 tot 20 k..
Nou hebben ze mij geleerd dat een lp van 7 Hertz tot 17000 Hertz loopt... Ben ik nou gek of verkeerd voorgelicht ?
Antwoord:
De precieze specificaties van het LP-systeem zijn in de loop der tijd nog wel eens aangepast aan de voortschrijding van de techniek. In wat oudere specificaties zul je waardes van 12 of 15 kHz vinden. Het hangt ook samen met hoe het bereik gespecifieerd is. Vaak wordt de frequentie genoemd waarbij het signaal 3 dB verzwakt is (dat is een factor 2 in vermogen) Andere specificaties hanteren een 1 dB grens, en komen zo tot een beperkter frequentie bereik.
Ook is dit een specificatie die zowel van de plaat (platenmaatschappij) afhangt alswel van het gebruikte afspeel element.
Voor de laagste frequenties is 7 Hertz nooit gespecifieerd voor het vinyl-systeem. Vaker werd een ondergrens van 30 of 40 Hz gegeven, ook weer afhankelijk van de platenMij en het afspeel element.
De 20 Hz die ik aangeef is een ondergrens waarbij de hoorbaarheid al erg twijfelachtig is. Als zulke lage frequenties al aanwezig zijn worden ze meer gevoeld dan gehoord.
Een spec van 7 Hz in verband met een vinyl-platen systeem doet me eerder denken aan de resonantie frequentie van het naald-arm systeem. Dat is geen slechte spec, want die resonantie frequentie moet beduidend onder het hoorbare gebied liggen, en dat is met 7 Hz wel in orde.
Overigens,
(dit is een latere toevoeging aan het antwoord) best wel wat vinyl platen
bevatten informatie flink boven 20 kHz. Meestal is dit niet bekend of
gespecifieerd, net zo min als wat het afspeel element ervan maakt.
Stappen plan in COMPUTER! TOTAAL
In het maart-2003 nummer van het lijfblad van de HCC, COMPUTER! TOTAAL, stond een "stappenplan" voor het digitaliseren van vinyl platen.
Ik heb op dat artikel gereageerd met het volgende bericht:
quote
In het stappenplan om Vinylplaten op CD te zetten (CT! mrt 2003) noemt u wel stap 4 : de geluidskwaliteit software matig verbeteren, maar helaas niet stap 1 1/2, de plaat schoonmaken en nat afspelen. Hoe beter je begint hoe beter het resultaat.
Er bestaat een uitstekend schoonmaak systeem, een bak met borstels en een vloeistof waarin de plaat enige tijd rondgedraaid moet worden. Afdruiprek wordt meegeleverd. De vloeistof kun je ook zelf samenstellen. Het resultaat is aanzienlijk.
Het ding is o.m. te koop bij Conrad onder nr. 34.52.96-44, maar ook bij diverse hifi winkels. {deze zin is niet overgenomen}
Als je de platen ook nat afspeelt (zelfde vloeistof) geeft dat een nog verdere vermindering van ruis en spetters.
De echte beschadigingen haal je hiermee natuurlijk niet weg.
Op mijn website vertel ik er nog wat meer over.
Jan.
unquote
De redactie van COMPUTER! TOTAAL heeft dit bericht met een minieme wijziging geplaatst in de rubriek "Overigens" op pag 17 van het april nummer, en daar een commentaar bij gevoegd.
Ik ben het niet geheel eens met dat commentaar, dus ik herhaal het hieronder, met mijn opmerkingen in cursief.
quote
Nat afspelen is een bekende oplossing om ruis te verminderen. De reden is deels dat vuildeeltjes in het vocht boven het vinyl worden getild, deels dat de naald door de dunne vochtlaag gemakkelijker over kleine krasjes heen glijdt.
Toch moeten we er een paar kritische kanttekeningen bij plaatsen.
Een belangrijk nadeel is dat natte opname ervoor kan zorgen dat het vuil op de lp zich na het drogen de lp hecht, wat goed hoorbaar kan zijn als u de lp later nog eens droog wilt afspelen.
Dit is een bekend nadeel, dat ik in mijn webartikel ook genoemd heb. Het geldt zeker voor het nat afspelen, maar in veel mindere mate voor het schoonmaken met het genoemde schoonmaak apparaat. In dat laatste geval wordt het vuil n.l. zeer sterk verdund. Een tweede wasbeurt in een nog niet eerder gebruikte vloeistof kan het resultaat nog verder verbeteren.
Een ander nadeel is dat het opgeloste vuil zich als een soort koek aan de naald hecht, wat de weergave niet ten goede komt.
In de decennia waarin ik lp's nat
afspeelde ben ik dit probleem nooit tegen gekomen. Ik hield wel de praktijk aan
om vóór iedere plaatkant de naald even schoon te maken met het zelfde
borsteltje dat voor het nat afspelen gebruikt wordt.
Dikke stofkoeken om de naald heb ik alleen gezien bij droog afspelen, een enkele
keer zelfs zo erg dat er geen geluid meer uit kwam omdat de naald de groefwand
niet kon bereiken.
Tenslotte wordt wel beweerd dat nat afspelen de slijtage verhoogt, doordat vervuilingen of oplosmiddelen in het vocht het vinyl aantasten of zelfs omdat het vocht het vinyl koelt, waardoor het minder flexibel zou zijn.
We moeten natuurlijk uitgaan van
redelijk zuivere grondstoffen. Dus gedestileerd water, geen zelfgestookte
alcohol waar mogelijk een vleugje aceton in zit, en afwasmiddel zonder
geurstoffen, nagelversterkers, bacterieremmers, en andere mallotige
toevoegingen.
Koeling: ja, maar dat werkt eerder ten gunste omdat het voorkomt dat
stofdeeltjes a.h.w. in de groefwand gesinterd worden. Ook zal koeling de
slijtage van de naald iets verminderen, en die heeft het toch wel het zwaarst te
verduren.
Om al deze redenen hebben we deze methode niet aan willen raden. Wel is het uiteraard zaak om bij de opname te zorgen voor een schone lp, een goede naald en een uitgebalanceerde platenspeler.
unquote
Jammer, maar ik ben wel verheugd dat mijn reactie geplaatst is, en nog wel met afbeeldingen van hoe dat schoonmaak systeem er uit ziet.
Mijn hartelijke dank aan de redactie van COMPUTER! TOTAAL
.