Vorige hoofdstuk waren we gebleven bij de EFM-omzetting. Voor we hier mee verder gaan moet ik eerst nog het een en ander uitleggen. Ik heb al verteld dat de bitklok in de CD-speler wordt afgeleid van de datastroom van de CD-plaat. Om dit goed te laten werken zijn er afspraken gemaakt over de lengtes van de putjes en de dammetjes op de CD-plaat. Deze lengtes worden uitgedrukt in kanaalbits. De minimale lengte van een dam of put is gesteld op 3 kanaalbits. Als dit bv. maar één kanaalbit was zou dit toch niet gedetecteerd worden. De maximale lengte van een dam of put is gesteld op 11 kanaalbits. Als dit langer zou zijn zou de bitklokgenerator niet goed meer werken. Nu we dit weten kunnen we verder met de EFM omzetting. De 8 bits-symbolen waarvan er 33 in een frame zitten, worden naar 14 bits-symbolen vertaald door de EFM-modulator. Bij 8 bits kunnen we 256 binaire getallen maken, bij 14 bits is dit maar liefst 16.384!! Van deze 16.384 mogelijkheden voldoen er slechts 267 aan de bovengenoemde looplengte voorwaarden. Bij 8 bits hadden we 256 mogelijkheden, dus vertaald naar 14 bits worden 11 van de legale bits-symbolen niet gebruikt. Nu hebben we dus reeksen van 14 bits-symbolen verkregen en hebben nog een probleem. Namelijk bij de overgangen van het ene naar het volgende 14 bits-symbool kunnen de looplengte voorwaarden nog overschreden worden. Hierom worden de 14 bits-symbolen d.m.v. 3 koppelbits aan elkaar " geplakt ". Bij het invullen van de koppelbits wordt naar het volgende symbool gekeken en een zo gunstig mogelijke waarde ingevuld. Ten eerste voor de looplengte voorwaarden en vervolgens voor het zo klein mogelijk houden van de gelijkspanningscomponent, die de servo-systemen in de CD-speler in de war zou kunnen schoppen ( digital sum value ).
Eight to Fourteen Modulation.
Elk 8 bits-symbool wordt dus eerst naar 14 bits omgezet en vervolgens worden er nog 3 koppelbits achter geplaatst, zodat er 17 kanaalbits ontstaan. Ieder frame ( 33 symbolen van 17 bits ) wordt voorafgegaan door een synchronisatie-patroon van 24 bits. Dit bestaat altijd uit twee blokken van de maximale looplengte voorwaarde zodat bit 1 en 12 is een " 1 ", bit 23 is ook " 1 ", en de overige bits zijn " 0 ". Dit 24 bits synchronisatieblok wordt aan een frame gekoppeld d.m.v..., juist !, 3 koppelbits. Nu valt er d.m.v. een simpel rekensommetje uit te rekenen hoeveel kanaalbits er in een frame zitten, namelijk: (33x17) + 24 + 3 = 588 kanaalbits met elk een " 1 " of een " 0 ". Voor we eindelijk met persen kunnen beginnen blijft er nu slechts een ding over. Als we de lade van de CD-speler dicht doen, komen er binnen enkele seconden diverse dingen op het display te staan, namelijk het aantal tracks en totale tijd van de CD of eventueel een titel. Hiervoor hoeft de laser niet de hele CD af te scannen naar de lengtes van de tracks enz.. Helemaal aan het begin van het spoor ( binnenkant dus ), staat een tabel waar deze gegevens in opgeslagen zijn. Dit wordt de T.O.C. oftewel Tabel Of Contents genoemd . Deze tabel wordt bij elke CD-speler als allereerste ingelezen. Als de CD aan de binnenkant zodanig beschadigd is dat deze tabel niet meer in te lezen is, dan kan de gehele CD dus niet meer gebruikt worden ! Deze tabel is verwerkt in de eerder besproken control & display symbolen. Hoe dit precies in elkaar zit zal ik later bespreken.
Deze pagina is met toestemming overgenomen van de website van P. Quené
.