Wat staat er op een CD


In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe een CD-plaat fysiek is opgebouwd. Hier zien we wat er gebeurt tussen de diameters 46 en 117 mm van de CD-plaat. Om er voor te zorgen dat het internet niet drukker wordt dan noodzakelijk zal ik de bitjes en bytjes een beetje beknopt beschrijven. Hierdoor is het misschien nodig dit artikel een paar maal door te lezen om alles op een rijtje te zetten of te houden. Allereerst gaat de laser naar de binnenzijde van de CD, want hier is immers het begin van het ongeveer 5,5 km. lange spiraalvormige spoor! Als we er van uitgaan dat de CD een speelduur heeft van ongeveer 74 minuten. De informatie staat in 16 bits formaat op de CD. Bij elk monster hebben we 32 bits (linker + rechter kanaal). Het CD-systeem werkt met een bemonsteringsfrequentie van 44.1 kHz. Dit betekent dat er elke seconde 44.100 x 32 bits = 1.411.200 audiobits ontstaan. Deze bits hebben stuk voor stuk de waarde "0" of "1". Veel mensen denken nu dat de bits die een "0" vertegenwoordigen, een putje of een "1" een dammetje op de CD-plaat zijn. Dit is echter niet het geval. Eerst worden de audiobits helemaal verpakt en maakt nu o.a. de foutcorrectie, tijdmelding en vele andere gebruikersvriendelijke en technische handelingen mogelijk.


frame1.gif
De opbouw van een frame.

Aan de 1.411.200 audiobits wordt de foutcorrectie info toegevoegd. Het CD-systeem werkt volgens het CIRC ( Cross Interleaved Reed Solomon Code ). De audiobits van 6 achtereenvolgende bemonsteringen worden nu in groepjes van 8 bits verdeeld (dit worden symbolen genoemd). Dit maakt dus, 32 bits x 6 = 192 bits (192 gedeeld door 8 = 24 symbolen ). Hier wordt de CIRC-behandeling op los gelaten. Dit betekent niets anders dan kruiselings verweven. Dit wordt uitgevoerd in twee stappen. De 24 symbolen worden kruiselings omgezet ( ook wel scramblen genoemd ). Hier worden 4 pariteitsymbolen ( dus 4 x 8 bits ) aan toegevoegd. De nu gevormde 28 symbolen worden verweven met meerdere blokken van 28 symbolen, die de zelfde bewerking hebben ondergaan als de hierboven beschreven ( is dus van andere bemonsteringen). Dit wordt interleaven genoemd. Hier worden ook weer 4 pariteitsymbolen aan toegevoegd. Vervolgens wordt aan dit geheel nog 1 control & display symbool toegevoegd. Hier wordt o.a. het volgnummer en de tijd van de track in vastgelegd. De 33 symbolen die we nu hebben verkregen wordt een frame genoemd. Zo, dat was even zweten met al die bitjes en framepjes, en nu maar persen! Dat hadden we dus gedacht, maar mooi niet!! De data stroom die we nu hebben gemaakt, een schijnbaar oneindige reeks van 33 symbolen-blokken, kan niet zonder meer in een CD geperst worden. De pariteits- symbolen en de control & display symbolen staan nl. in een zgn. "non return to zero" formaat. Omdat de bitklok in de CD-speler wordt afgeleid van de datastroom van de CD-plaat is dit niet bruikbaar. Ook kunnen de 33 symbolen reeksen een vervelende gelijkspanningscomponent bevatten die de servosystemen in de CD-speler in de war zou kunnen brengen. Hierom wordt de datastroom eerst nog gemoduleerd. Dit gaat volgens EFM ( Eight To Four- teen Modulation ). Maar hierover volgende hoofdstuk meer, anders zien we door de bomen het bos niet meer.

Vorige      CD-Home      Volgende

Deze pagina is met toestemming overgenomen van de website van P. Quené



.