1
straal laser unit tracking
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe de scherpstelling
(focusregeling) bij de enkelstraal laserunit werkt. Hier gaan we verder
met de radiaal regeling. ( spoorvolging ). De laserunit is op een arm
gemonteerd die scharniert om één punt. Dit scharnier bestaat uit een
lineaire motor. Deze wordt gestuurd met een uit de laserdetector
verkregen RE-signaal (=Radial Error). Dit gaat volgens de zogenaamde
Push Pull methode. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het al eerder
beschreven natuurkundige verschijnsel t.w. interferentie. Als de
laserspot zich niet precies op het midden van het spoor bevindt, dan
zal aan één kant van de laserbundel interferentie optreden met het
terugkomende laserlicht (tussen de nulde en eerste orde). Het
wigvormige prisma splitst de weerkaatste bundel, en het gevolg is dat
bijvoorbeeld de detectordiodes 3 en 4 belicht worden (= niet
interfererende deel ) en de detectordiodes 1 en 2 niet. De signalen van
3 en 4 worden opgeteld en verminderd met de som van de signalen van
diodes 1 en 2. En voila, hier hebben we het RE-signaal.
Dit werkt perfect zolang we niet te maken hadden met stofjes,
vingerafdrukken en krasjes op de CD-plaat. Als nu b.v. door een stofje
ook uitdoving plaatsvindt, zal er een afwijkend RE-signaal ontstaan.
Dit probleem wordt opgevangen door op het RE-signaal een laagfrequent
signaal te superponeren. Dit is het zogenaamde Wobble-signaal. Dit
signaal heeft een frequentie van 650 Hz. De laserarm wordt met deze
frequentie binnen de afstand van het spoor (= dus heel kleine
amplitude), heen en weer bewogen. Zo wordt de eerder genoemde offset
opgeheven. Als u nu denkt dat u nu precies weet hoe de radiaal en
focusregelingen werken moet ik u teleurstellen. Want we hebben namelijk
nog te maken met de afwijking van de laserspot t.o.v. het spoor,
veroorzaakt door de draaiing van de arm. Aan de rand van de CD is deze
hoek 45 graden verdraaid t.o.v. het midden. Om dit te corrigeren zijn
er in de regelingen een paar extra versterkerregelingen opgenomen. Ook
is er nog extra electronica nodig om de bandbreedte van de radiaal- en
focusregelingen constant te houden. Omdat we te maken hebben met
Servoregelingen, hebben we nog meer electronica nodig om er voor te
zorgen dat deze regelingen niet onstabiel geraken ( Lead en Lag
netwerken ). Ook zijn deze regelingen gekoppeld aan de
microprocessor-stuursignalen (worden nog besproken ), want als er een
CD-plaat ingeladen wordt, is er immers nog geen sprake van een
Servo-regeling. Ook bij het zoeken naar een track stuurt de
microprocessor de motoren, evenzo bij het passeren van b.v. een
behoorlijke kras in de CD-plaat. Ik hoop in ieder geval dat u een
beetje een idee heeft gekregen wat er zich zoal afspeelt betreffende de
Servo- regelingen in een CD-speler.
Vorige
CD-Home
Volgende
Deze pagina is met toestemming overgenomen van de website van P.
Quené
.